Er is nogal wat ophef over het jongerencomplex aan de Noorderkeerkring in Alphen. Diverse problemen zouden het tot een ‘horrorhouse’ maken. Onterecht, vindt bewoonster Puck (19). Dat zelfs de gemeenteraad bespreekt of het complex gesloten moet worden, gaat haar aan het hart. “Het is helemaal geen keet of feesttent. We wonen hier heel fijn.”

Sinds medio 2020 is het pand aan de Noorderkeerkring, waar voorheen ggz-instelling Rivierduinen was gevestigd, in gebruik als jongerenhuisvesting. Het pand is gekocht door woningcorporatie Woonforte, die er uiteindelijk een nieuwbouwcomplex van wil maken met zo’n 164 woningen. In de tussentijd is de voormalige ggz-instelling omgebouwd tot jongerenhuisvesting. Vastgoedbedrijf Villex is ingehuurd om dit te organiseren.

Studentenhuis-light

In de media is het wooncomplex de afgelopen maanden regelmatig onderwerp van discussie geweest. Er zou sprake zijn van een ‘zeer slechte woonsituatie’. Er worden zelfs termen als ‘horrorhouse’ gebruikt om het complex te omschrijven, beschrijvingen waar de meerderheid van de bewoners zich niet in kan vinden. Onder hen is ook de 19-jarige Puck. Zij woont sinds oktober in het complex en is daarnaast ook captain. Door corona belandde ze thuis bij haar ouders in Alphen. Voor haar was het wooncomplex aan de Noorderkeerkring een uitkomst.

“Je hoort vaak van jongeren dat eenmaal ze de vrijheid hebben geproefd van op zichzelf wonen, ze niet terug naar hun ouders willen. Dat gevoel overheerste bij mij ook”, zegt Puck. Daarom ging ze op zoek naar een plek waar ze op zichzelf kon wonen. “Voor mij was het belangrijk dat dit niet gelijk een appartement was waar ik volledig op mezelf was aangewezen. Ik vind het fijn om met andere jongeren samen te wonen, zodat ik niet gelijk helemaal op mezelf ben aangewezen. Toen ik de woningen aan de Noorderkeerkring voorbij zag komen dacht ik ook gelijk, dit past echt bij mij.”

In het complex woont Puck samen met ruim honderd andere jongeren tussen de 18 en 28 jaar oud. “We wonen met zijn alleen verspreid over het complex. Het is heel fijn dat je de vrijheid hebt om je af te zonderen als je daar behoefte aan hebt, maar dat je ook de optie hebt om gezellig samen te eten of te chillen”, vertelt ze. “Eigenlijk is het een soort studentenhuis-light. Niks moet, alles mag. Daarbij speelt leeftijd bij ons geen rol. Iemand van 18 kan het heel goed vinden met iemand van 27, dat maakt voor ons geen verschil. Dat is ook het fijne aan hier wonen.”

Tekst loopt door onder de foto

Captains en een inwonende huismeester

Ondanks dat Puck en haar medebewoners het fijn hebben op het complex aan de Noorderkeerkring, is het volgens Puck zeker niet perfect. “Er is wel eens onenigheid, er slingeren af en toe wel eens pannen op het aanrecht en het is niet altijd brandschoon, maar in mijn ogen is dat niet meer dan normaal”, geeft ze aan. “We zijn per slot van rekening allemaal jongeren. Niet iedereen weet nog even goed hoe je met taken en spullen om moet gaan omdat ze dat thuis niet hebben geleerd. Dat is een proces en dan gaan er wel eens dingen mis.”

Hier stemt huismeester Geert Vogelaar ook mee in. Hij woont sinds 15 februari in het gebouw en heeft daar ook zijn eigen kamer. Als huismeester loopt hij rondjes door het gebouw om alles in de gaten te houden, maar wel op een laagdrempelige manier. “Het is meer dan alleen een oogje in het zeil houden”, vertelt hij. “Ik doe eigenlijk van alles. Als er een lampje kapot is schiet ik te hulp, of als iemand zijn sleutel vergeten is of als er lekkage is, maar ook het sociale aspect is iets wat ik belangrijk vind. Ik kijk om naar de bewoners.”

Dit doet hij samen met Puck en de andere captains. “Als captain ben je verantwoordelijk voor een unit en zorg je er op jouw manier voor dat iedereen er fijn kan wonen. Een captain-verantwoordelijkheid kan bijvoorbeeld zijn dat je extra goed let op veiligheid, schoonmaak of tuinonderhoud”, legt ze uit. Dit soort onderlinge ‘controle’ is volgens haar ook een toevoeging, net als de inwonende huismeester. “We wijzen elkaar erop als we iets zien wat in het vervolg beter of anders kan. Iemand van bovenaf die streng optreedt werkt niet, het is beter om het onderling op te lossen.”

Geen negatieve ervaringen

Puck weet nog dat het regelmatig onrustig was op het complex toen zij er net kwam wonen. “De eerste grote lading jongeren kwam in september/oktober, daarvoor was het complex vrijwel leeg. Dan krijg je onrust”, zegt ze. “Ik zal dan ook niet ontkennen dat ik het aan het begin spannend vond om er te wonen, wat natuurlijk ook komt doordat iets nieuw en onbekend is. Als je dan iemand met een capuchon op door het gebouw ziet lopen, vond ik dat toch verdacht. Maar na de eerste 1,5 maand verdween dat gevoel.”

Sinds de invoering van de avondklok en de strengere coronamaatregelen is het volgens Puck vrij rustig op het complex. “Er zijn ’s avonds minder mensen. Dat merk je wel. Er worden weinig mensen uitgenodigd en het gaat ook niet door tot in de late uurtjes.” Angst voor hoe de situatie zal zijn als de avondklok straks verdwijnt heeft ze eigenlijk niet. “De maatregelen worden geleidelijk aan versoepeld. We zien daarbij met zijn allen nu ook dat het eigenlijk heel goed gaat, dus ik heb er vertrouwen in dat het straks op deze manier door kan.”

De inwonende huismeester zegt dat hij sinds zijn komst ook nog geen negatieve ervaringen heeft gehad. “Het is in mijn ogen geen probleem als er een keer iets slingert. Zolang het geen structureel probleem wordt is er niks aan de hand. Voor mij is het belangrijk dat de sfeer goed blijft. Als het echt fout gaat moet er natuurlijk worden ingegrepen, maar het is wel belangrijk om iedereen altijd in zijn of haar waarde te laten. Iemand op zijn gedrag aanspreken kan en dat is in sommige situaties ook nodig. Sommige bewoners hebben nog geen ervaring met op zichzelf wonen en hebben dus een beetje sturing nodig. Alleen het feit dat ik er ben geeft denk ik al rust voor veel bewoners.”

Tekst loopt door onder de foto

Verbeterpunten

De situatie zoals deze in de media wordt beschreven is volgens Puck dan ook overdreven. “Ik vind dat het echt wordt opgeblazen”, stelt ze. “Termen als ‘horrorhouse’ geven een verkeerd beeld. Natuurlijk verloopt niet alles perfect, maar beschrijvingen als ‘horrorhouse’ maken me heel boos.” De tegenstrijdigheid van de situatie is vooral wat Puck en haar medebewoners dwars zit. Ze hebben dan ook kritiek op hoe vastgoedbedrijf Villex sommige dingen aanpakt.

“Villex is in mijn ogen te streng. Ze hameren heel erg op de schoonmaak, maar het valt in mijn ogen echt reuze mee hoe onhygiënisch het is. Ik bedoel, we blijven studenten en we leven hier, en door de coronamaatregelen zijn we ook nog eens meer thuis. Je kan dan niet verwachten dat alles van top tot teen blinkend schoon is”, zegt ze. “Daarbij moeten wij alles heel erg schoonhouden, waar ook allemaal strenge schema’s voor zijn, terwijl Villex niet het licht kan maken als dat kapot is. Dat is gewoon niet oké. Dat is dan ook iets wat zeker verbeterd kan worden.”

Puck erkent dat communicatie over dit soort dingen deels bij de bewoners zelf ligt, maar dat de schuld helemaal in hun schoenen wordt geschoven vindt ze niet terecht. “Familie en vrienden denken sinds de negatieve publiciteit dat het een soort getto is. Als ze horen dat ik hier woon, is hun reactie tegenwoordig ‘oh, je woont dáár?’ Het komt over alsof het een structureel probleem is, maar dat is niet zo. Ik heb dan ook niet het gevoel dat het hele verhaal wordt verteld. Het is nu eerder een soort machtspelletje geworden en dat is heel kwalijk.”

Voelt als thuis

Dat er in de Alphense politiek over de situatie in het complex aan de Noorderkeerkring gesproken wordt, verbaast haar ook. Dat er zelfs gesproken wordt over het sluiten van het complex, is iets wat haar echt aan het hart gaat. “Ik denk niet dat ze zich beseffen dat veel mensen verder nergens anders terecht kunnen. Niet iedereen kan hier wonen, dat snap ik, maar het is hier echt niet zo erg als het beeld dat nu over het complex bestaat”, zegt ze. Vogelaar vult aan: “De rottigheid is er nu niet en dat moeten we ook vooral zo houden. Als dat het geval is, ben ik een tevreden mens.”

Hierbij benadrukt Puck ook dat Alphen weinig ervaring heeft met jongerenhuisvesting in vergelijking met studentensteden. Uit ervaring weet ze dat het er daar heel anders aan toe gaat. "In grote steden zoals Leiden, Wageningen, Utrecht en Delft, wat ook echte studentensteden zijn, wordt er niet omgekeken naar hoe studentenhuizen eruitzien. Ook niet door de gemeente. Die bemoeien zich daar helemaal niet mee. Waarom in Alphen dan wel? Wellicht omdat het complex iets nieuws is, misschien vinden ze het daardoor een beetje eng."

Puck vervolgt: “Ja, mijn kamer is klein en nee, het is niet perfect, maar ik heb persoonlijk ook niet meer nodig dan wat ik nu heb. Dat ik dat voel betekent niet dat iedereen hier gelukkig zou worden. Mijn vriend woont bijvoorbeeld al twee jaar op zichzelf en hij moet er niet aan denken om hier te wonen. Dat kan en dat is prima, maar er zijn jongeren die hier wonen wél fijn vinden. Dat beseft niet iedereen. Het is hier gezellig, je hebt vrijheid en geen verplichtingen. Natuurlijk zijn er verbeterpunten en daar wordt ook echt aan gewerkt, maar het is hier echt geen keet of feesttent. Het is echt een thuis.”